Een toegerust volk

Het is advent. We staan stil bij de eerste komst van Christus. Het begon zo’n 2000 jaar geleden allemaal met een bezoek van de engel Gabriël aan de priester Zacharias. Het verhaal is bekend: de engel Gabriël kondigt aan dat er een einde komt aan de kinderloosheid van Zacharias en Elizabeth. Zij zullen een zoon ontvangen. Zijn taak: ‘om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken’ (Luk. 1:17).
Lukas vertelt dat Zacharias en Elizabeth in het bergland van Judea wonen (Luk. 1:39). Volgens de traditie waren zij inwoners van het dorpje Ein Kerem. Het is een lommerrijk dorpje zo’n tien kilometer ten westen van Jeruzalem. Blijkbaar een acceptabele woon-werk afstand voor priester Zacharias.
Lukas geeft meer informatie over Zacharias. Als priester behoorde hij tot de afdeling van Abia (Luk. 1:5). De priesters waren verdeeld in 24 groepen. 1 Kronieken 24:10 leert dat afdeling van Abia de achtste priesterafdeling is.
De 24 priesterafdelingen waren afwisselend een week verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de tempel. Elke priesterafdeling was weer verdeeld in zeven groepen; elk dag van de week diende een groep in de tempel. Elke priester werkte dus in totaal tweemaal per jaar één dag in de tempel.
Het priesterschap was erfelijk en beperkt tot de nakomelingen van Aäron. Voor een priester golden belangrijke vereisten. Zo mochten zij alleen huwen met iemand uit dezelfde stam, de stam van Levi (vgl. Luk. 1:5). Ook was het bijvoorbeeld verboden om in aanraking te komen met een overleden persoon en alcohol te nuttigen op de dag dat zij dienstdeden in de tempel.
Zelfs na de verwoesting van de Tweede Tempel in het jaar 70 na Christus werd van de priesters verwacht dat ze zich aan deze regels hielden. Dat vroeg van priesters die bijvoorbeeld hielden van een alcoholische versnapering soms flinke offers, zo leert de Talmoed (traktaat Taäniet 17).
Wanneer je als priester nog wist op welke twee dagen van het jaar je familie diende in de tempel, werd van je verwacht dat je op die bewuste dagen geen wijn dronk. Als je niet meer precies wist op welke dag je voorgeslacht werkzaam was in de tempel, moest je je tweemaal per jaar een week lang onthouden van alcohol (de periode dat je priesterafdeling aan de beurt was). Mocht je ook niet meer weten tot welke priesterafdeling je familie behoorde, dan werd van je verwacht dat je je geheel onthield van alcoholconsumptie.
De reden voor dit voorschrift? Volgens de rabbijnen was het belangrijk dat de priesters altijd gereed waren om te dienen. Dit voor het geval er opeens weer een tempel zou zijn. Een toegerust volk, zogezegd. Ook al was het natuurlijk zeer onwaarschijnlijk dat de herbouw van de tempel in 24 uur gerealiseerd zou worden.
Het is aan de invloedrijke rabbijn Yehuda HaNasi (135-217) te danken dat deze voorschriften uiteindelijk werden versoepeld. Hoewel ook hij verlangde naar een spoedige wederopbouw van de tempel, lag het volgens hem niet voor de hand dat dat snel zou gebeuren. Zijn pragmatische insteek werd uiteindelijk de nieuwe beleidslijn. Het was toen inmiddels meer dan 100 jaar geleden dat de Tweede Tempel was verwoest…
De toewijding van de priesters aan de tempeldienst is bewonderenswaardig. Zelfs de zichtbare puinhopen op de Tempelberg vormden voor hen decennialang geen reden om het bijltje erbij neer te gooien. Zij bleven een toegerust volk. Hoe motiverend kan een diep verlangen zijn!
Laten de ‘puinhopen’ van 2021 voor ons een stimulans zijn om te blijven uitzien; verwachtend uit te zien naar de tweede komst van Christus. Een toegerust volk…
Een verlangend 2022, dat wens ik u toe!