Hij werd 88 jaar. Zijn leven was veelbewogen. Als Hongaarse Jood vluchtte hij tijdens de oorlog van het ene onderduikadres naar het andere. Veel familieleden werden door nazi’s vermoord. Hij overleefde het geweld. Op 17-jarige leeftijd emigreerde hij naar Israël. Daar kreeg hij kinderen en kleinkinderen. Zijn vrouw Yona -naar verluidt een ver familielid van president Rivlin- overleed in 2012.
Op oudere leeftijd verhuisde hij naar een verzorgingstehuis in Jeruzalem. Hij sleet er de dag met het lezen van boeken over de Tweede Wereldoorlog en het luisteren naar klassieke muziek. Onbewust besmette een verzorger hem met het corona-virus. Op 20 maart moest hij capituleren. Arie Even gaat de geschiedenisboeken in als de eerste Israëli die overlijdt aan het corona-virus.

Wie was de eerste corona-dode in Nederland? Vermoedelijk heeft u geen flauw benul. In Nederland zijn we spaarzaam met het delen van persoonlijke informatie. We hechten aan onze privacy. Er bestaat zelfs een recht op vergetelheid…
Zo niet in Israël. Naam, leeftijd, levensgeschiedenis, hobby’s, een interview met kinderen of kleinkinderen; je leest het hier allemaal in de krant. Nabestaanden staan journalisten gewillig te woord. Tijdens de begrafenis registreren de camera’s. Privacy is ver te zoeken.

Op dinsdag 21 april was het Jom HaShoa. In heel Israël loeiden om 10.00 uur de sirenes. Een drukkende stilte viel over het land. Gedachten vliegen alle kanten op. De herinneringen schrijnen; ook na 75 jaar. En dan zijn er ook de maatregelen in verband met corona. ‘Ik heb nu niemand om mijn hand vast te houden’, treurt een Holocaust-overlevende.

Een jaar lang zal door ons gezin een naam herinnerd worden: Nina Aylion. Zeventien jaar oud was Nina toen het gas in Auschwitz een einde maakte aan haar leven. Ze was een levenslustige Griekse studente. Alleen haar Jood-zijn keerde zich tegen haar…
Haar naam en toenaam prijken op een vel papier. Een herdenkingshoekje volgt; een gedenkteken en een naam (‘Yad Vashem’, vgl. Jes. 56:5). De keuze van mijn dochter viel op Nina. Haar klasgenoten behoeden anderen voor vergetelheid. Namen genoeg…

Op veel publieke gebouwen in Israël prijkt op de gevel een bordje met daarop de naam van de sponsor. Mijn aangeleerde bescheidenheid minachtte deze vermeende borstklopperij. Totdat ik erachter kwam dat dit gebruik een theologische achtergrond heeft.

Het is in het Jodendom een plicht om de herinnering aan de overledene levend te houden. Dat kan door namen te verbinden aan gebouwen. Het gebeurt ook door bijvoorbeeld op de sterfdag van een geliefde te vasten. En dan zijn er natuurlijk de verschillende publieke dagen waarop overledenen worden herdacht.

Inderdaad, privacy is belangrijk. Maar laat privacy niet ten koste gaan van de herinnering. Juist het gezamenlijk herinneren en noemen van namen troost en creëert verbinding.

Een herdenkingsdag in het teken van hen die ons zijn ontvallen als gevolg van het corona-virus zou zo bezien nog helemaal niet zo’n gek idee kunnen zijn. Opdat wij niet vergeten…