WeblogWeblogWeblogWeblog
  • Home
  • Over Albert
  • Contact
  • Home
  • Over Albert
  • Contact

Melk en Honing

  • 0 comments/
  • september 28, 2021

Het land van melk en honing doet niet altijd zijn naam eer aan. Omdat onze zuivel op was, liep ik afgelopen week even naar de supermarkt om wat pakken melk te halen. Daar stuitte ik op een leeg zuivelvak. Overvloeiend van melk en honing; deze week even niet.

Het gebrek aan zuivel heeft alles te maken met Jom Kipoer. Op deze heiligste Joodse feestdag ligt het maatschappelijke leven stil. Ook in veel fabrieken gaat de stekker eruit. De melkfabrieken waren vanwege deze productiestop niet in staat om voldoende melk te leveren aan de supermarkten.
Echt overtuigen doet dit argument niet. Immers, een beetje ondernemer participeert op wat komt. Je laten verrassen door Jom Kipoer getuigt van een uiterst slechte planning.

Achter het melktekort schuilt dan ook een groter probleem. Er is structureel iets mis met de zuivelketen in Israël. Vorig jaar was er in het land bijvoorbeeld ook al een heus botertekort. In veel supermarkten ging het vette goedje daarom wekenlang op rantsoen.
Zelfs politici spraken zich uit over het botertekort. Critici verweten de politiek ondertussen boter op het hoofd te hebben. Doorgeschoten marktwerking zou de bron van het probleem zijn.
Om het botertekort op te lossen, werd er vanuit alle hoeken van Europa boter geïmporteerd. De Finse variant was prima te eten. De Russische boter daarentegen vormde een aanslag op onze smaakpapillen; maar was gelukkig wel goed genoeg voor de appeltaart!
Een tekort aan melk en boter in Israël lijkt in tegenspraak te zijn met de Bijbelse omschrijving van het land Kanaän. Hoezo een land vloeiend van melk en honing?

Uiteraard zijn niet alle kwalificaties van toen automatisch van toepassing op het Israël van nu. Daar komt bij dat het nog maar de vraag is of de Bijbelse melk en honing synoniem staan voor onze weidemelk en bloemenhoning.
In de Talmoed wordt daarom al gesuggereerd dat met ‘honing’ wel eens dadelsiroop bedoeld zou kunnen zijn. Dadels zijn in Israël immers royaal voorhanden. Bovendien geldt voor dadelsiroop dat het vloeibaar is.
Ook voor ‘melk’ zijn alternatieven aangedragen. In de Bijbel lezen we regelmatig over koeien. Daarbij moeten we niet denken aan de zwartbonte variant die de Nederlandse weilanden bevolkt. De traditionele koe in het Midden-Oosten is klein en pezig van stuk en bepaald geen ‘melkmachine’.
Om de lokale melkproductie een boost te geven, importeerde Israël in de vorige eeuw Nederlands vee. Nazaten ervan tekenen nog steeds voor een groot deel van de Israëlische melkproductie. Zij leveren gemiddeld zelfs 30 procent meer melk dan hun verre familie uit Nederland.

Enfin, vroeger was Israël bepaald geen ‘koeienland’. En nog steeds zijn koeien niet populair onder alle bevolkingsgroepen. Lokale bedoeïenen bijvoorbeeld hoeden met reden nog steeds vooral schapen en geiten. Deze dieren leveren immers naast vlees en melk ook wol. Bovendien scharrelen deze dieren ogenschijnlijk gemakkelijk hun kostje bijeen in de schrale, rotsachtige woestijnen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat de ‘melk’ in de Bijbel daarom refereert aan geiten- of schapenmelk. Een vertrouwd product voor de Israëlieten van toen. De Bijbel meldt immers dat ook zij oorspronkelijk vooral hoeders van kleinvee waren (Gen. 46:32-34).

Ondertussen ben ik maar wat blij met de zwartbonte landgenoten die ik hier aantref. Wellicht is het zelfs mogelijk om nog enkele duizenden melkkoeien uit Nederland te importeren. Een win-winsituatie: Israël lost daarmee zijn melktekort op en Nederland zet een stap in het oplossen van het stikstofprobleem. Bijkomend voordeel: het voorkomt dat we hier geiten- en schapenmelk moeten gaan drinken. U begrijpt, aan die smaak kan ik maar moeilijk wennen.

  • Categorie: Artikel, Cis, Israël

Nederland

  • 0 comments/
  • september 6, 2021

Een internationale verhuizing is letterlijk een grensverleggende ervaring. Het doet iets met je. Wij wonen inmiddels zo’n drie en half jaar in Jeruzalem. Inmiddels kennen we Israël voldoende om Nederland en Israël wat te vergelijken. Houd u vast!

Afgelopen zomer brachten we – voor het eerst sinds twee jaar – als gezin een aantal weken door in Nederland. Zeker voor onze jongste kinderen was het een ‘wereldervaring’. Dat begon toen we arriveerden op Schiphol. ‘Mama, ze praten hier allemaal Nederlands.’ En ook de observatie van onze vijfjarige zoon bij aankomst op station Kampen-Zuid was treffend: ‘Het ruikt hier naar koeien.’ (Sorry Kampenaren…)

Wat voor de ouderen uit ons gezin vertrouwd klinkt (en ruikt), was voor de twee jongsten bepaald niet ‘normaal’. Hoewel ze goed weten dat ze Nederlander zijn, is Nederland voor hen vooral een vakantieland. Het gebed dat een van onze kinderen bad toen we na het verlof weer waren teruggekeerd in Israël spreekt boekdelen: ‘Dank U wel Heere dat we weer in ons land zijn.’

Ondertussen geldt voor ons ‘ouderen’ dat Nederland nog steeds erg vertrouwd voelt. De menselijke geest slaagt erin om twee onderbroken tijdsperioden als het ware aan elkaar te knopen, zodat het lijkt alsof je niet weg bent geweest. Zo merkte ik al fietsend – lang leve de Nederlandse fietspaden! – dat zelfs de hobbels en kuilen in het wegdek nog door mijn ‘systeem’ werden herkend.

Er zijn dingen die je in Nederland des te meer gaat waarderen als je er een tijdje niet bent geweest. Zo bewonder ik het winkelpersoneel in Nederland. Het is in de winkel vriendelijkheid te over. Je wordt niet alleen begroet wanneer je arriveert bij de kassa, maar krijgt zelfs bij vertrek nog een groet mee. In Israël krijg je regelmatig de indruk dat winkelpersoneel het liefst wil dat je niets koopt en nooit meer terugkomt.

En neem het Nederlandse landschap. Wat is het overal oogstrelend groen. En dan die aangeharkte tuintjes, de helderwitte strepen op het asfalt en het voorspelbare en beheerste rijgedrag. Het grootste probleem dat je in Israël met je auto kan overkomen, is als je claxon het niet doet…

En toch, al het goede en vertrouwde in Nederland ten spijt, voelde ik me soms ook een beetje een vreemdeling. Een vreemdeling in eigen land.

Ik heb lang zitten nadenken waardoor dat gevoel veroorzaakt zou kunnen zijn. Immers, voor menig Israëli is Nederland het paradijs op aarde. En ik begrijp ook waarom.

Toch miste ik afgelopen zomer in dat paradijs iets. Wat ik bijvoorbeeld miste? Ik miste de gedeukte auto’s, ik miste mijn orthodoxe buurvrouw op haar felgekleurde sportschoenen en ik miste de spontane ‘hug’ van vrienden uit de kerkelijke gemeente.

Ik kan natuurlijk proberen om deze drie voorbeelden uitvoerig te analyseren en op formule te brengen. Dat lukt me echter (nog) niet. Daarom houd ik het dicht bij mezelf. Waarom mis ik uitgerekend deze drie dingen?

Ik heb in Israël de nuchterheid, autonomie en spontaniteit van het leven leren waarderen. Hoezo is het vervelend dat er een deuk of kras in de auto zit? Het is toch gewoon een gebruiksvoorwerp? Hoezo trek je geen comfortabele sportschoenen aan onder je chique jurk? Je bepaalt toch zelf wat je aantrekt!? Hoezo geef je iemand alleen een hand? Laat gewoon je hart spreken!

Hoe óns leven er in Israel uitziet? Wij zijn overduidelijk grensgangers. We hebben goede ervaringen met de Nederlandse rust, reinheid en regelmaat. En ook de stevige deuk in onze auto – had ik mijn claxon maar gebruikt! – heb ik toch maar laten repareren.

We genieten ondertussen niet minder van het informele, flexibele en spontane dat Israël ons ‘leert’. De hug en de sportschoenen; ze zitten inmiddels diep in ons systeem.

Wonen in het buitenland – je wordt er een rijker mens door.

  • Categorie: Artikel, Cis, Israël

Kringloop

  • 0 comments/
  • juli 15, 2021

Een mountainbike, een espressomachine en een hoogslaper; het is een greep uit onze buit. Nee, wij zijn niet het dievenpad op gegaan. Het enige wat we doen is onze ogen goed openhouden als we een rondje door onze woonwijk lopen.

Een van de winkels die we het meeste missen in Jeruzalem is de kringloop. Toen we in Nederland woonden, waren we er geregeld te vinden. Gewoon even snuffelen, op zoek naar iets waarvan je niet weet dat je het nodig hebt, maar waarvan je je na de vondst opeens realiseert dat je het toch goed kan gebruiken. En dat voor slechts een paar euro.

In Nederland doen kringloopwinkels goede zaken. In Israël staat de branche nog in kinderschoenen – evenals recycling in het algemeen trouwens. En wat doe je dan als iets hebt dat het nog goed doet, maar wat overbodig is geworden? Je zet het gewoon op straat!

In het begin was het even wennen. Heeft iemand deze spullen hier tijdelijk neergezet of staat dit er om meegenomen te worden door een willekeurige voorbijganger? Al spoedig begrepen we dat voor losse spullen op straat geldt: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Gelukkig greep de buurman in toen we de autostoel van onze jongste zoon even op de oprit hadden gezet toen we wat groots moesten vervoeren…

Nu zul je in veel Israëlische wijken niet al te veel soeps aantreffen op straat. Als je als Israëli een shekel drie keer moet omdraaien, zul je niet snel iets wegdoen. In onze woonwijk is dat echter anders. Er wonen veel welgestelde mensen. Zij zijn op een gegeven moment uitgekeken op hun spulletjes. En ja, daar profiteren wij van.

Dat onze wijk zich goed leent voor strooptochten is in de wijde omgeving bekend. Met enige regelmaat rijdt er stapvoets een pick-uptruck door de straat. De bestuurder -vaak afkomstig uit een van de Arabische dorpen net buiten de stad- speurt het trottoir af op zoek naar iets moois. Achterin staat de buit van de dag: een aantal matrassen, een wasmachine en een gevonden fiets of wat dan ook.

Op één moment in het jaar verdient de straat extra aandacht: de periode voor Pesach. Met het oog op Pesach reinigen veel religieuze Joden hun huis van kelder tot zolder. Overbodig materiaal belandt rigoureus op straat. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor serviesgoed waarop in het afgelopen jaar soms slechts een enkele keer een gistproduct (bijvoorbeeld brood) heeft gelegen…

Of we inmiddels niet bekend staan als de schooiers van de buurt? Ik heb de indruk dat dat nog wel meevalt. Bovendien kunnen we niet tippen aan de verzamelwoede van onze overbuurman. Die verdubbelt min of meer zijn pensioen met zijn straatvondsten.

Natuurlijk voelde ik me wel even lopen toen ik een massieve hoogslaper, gevonden op straat, naar ons huis sleepte. De blijdschap van onze zoon compenseerde echter alle meewarige blikken. Soms moet je gewoon bereid zijn om wat gêne te verliezen. En laten we eerlijk zijn: is dat nu zo verkeerd? Bovendien, is het eigenlijk ook niet heel mooi om producten van de straat een tweede leven te gunnen – gewoon omdat ze nog goed zijn en je ze ook echt gaat gebruiken?

  • Categorie: Artikel, Cis, Israël

1234
Over Albert

Drs. Groothedde heeft Theologie gestudeerd in Utrecht, Kampen en Apeldoorn. Ook studeerde hij internationale betrekkingen in Groningen en heeft hij ruime journalistieke ervaring.

Weblog ds. Aart Brons

Op de weblog Ma Nisjma – de weblog van ds. Aart Brons, onze vorige Israëlconsulent – zijn waardevolle artikelen na te lezen, van harte aanbevolen!

Recente blogs
  • Een toegerust volk december 24,2021
  • Schoenen november 29,2021
  • Synagoge en staat november 2,2021
Zoeken
Copyright Centrum voor Israel Studies 2017,