Een rechtbank in Jeruzalem. Aan de muur een afbeelding van het wapen van de staat Israël, in de hoek de Joodse tweekleur en op tafel voor de rechter een koran…
De dominante religie in de staat Israël? Het Jodendom. Daarmee is echter niet alles gezegd.

Of ik belangstelling had om mee te gaan naar een shariarechtbank in Jeruzalem? Even knipperde ik met mijn ogen toen ik de uitnodiging las. Een shariarechtbank in Jeruzalem?
De excursie vindt plaats op een doordeweekse dag. De rechtbank is gehuisvest in een modern kantoorpand in het centrum van Jeruzalem. De bewaker is een religieuze Jood. Een vrouw, gehuld in een boerka, meldt zich bij de balie.

Onze groep telt zo’n tien personen. Op mijn persoon na is iedereen van Joodse komaf. We worden op sleeptouw genomen door een rabbijn. Hij is goed bevriend met de rechter van de shariarechtbank. Ze participeren beiden in een interreligieuze dialooggroep.
Rechter Iyad Zahalka is geboren in een dorpje in het Karmelgebergte. Zijn ouders zijn ongeschoold. Vader werkt als klusjesman in een naburige kibboets. Zoon Iyad gaat al van jongs af aan mee. Werken voor en met Joden is voor hem de gewoonste zaak van de wereld.

Iyad is een pientere leerling, zo blijkt op de Koranschool in het dorp. Zijn ouders stimuleren hem om verder te studeren. Hij behaalt een juridische graad en schrijft een dissertatie over de sharia in westerse democratieën.
Tegenwoordig is Iyad ‘kadi’, een islamitische rechter. Samen met zestien collega’s -waarvan een vrouw- is hij verantwoordelijk voor de rechtspraak in de diverse shariarechtbanken in het land. Het systeem van shariarechtbanken valt onder het ministerie van Justitie. De rechters en hun assistenten staan bij de Joodse staat op de loonlijst. Hiermee is Israël de enige westerse democratie die binnen haar rechtssysteem formeel ruimte biedt aan het fenomeen shariarechtbanken.

Rechter Zahalka stopt even met zijn betoog. ‘Of er vragen zijn?’ Vrijwel iedereen steekt zijn vinger in de lucht. De eerste vragen hebben een kritische ondertoon. Het bestaan van shariarechtbanken in Israël blijkt voor velen een verrassing. De antwoorden van de shariarechter vallen echter goed in de smaak. De vragen worden anders van aard.
Ronduit persoonlijk wordt het gesprek als blijkt dat islamitische vrouwen in Israël meer rechten hebben dan religieus-Joodse vrouwen. Een aantal aanwezigen bekent openhartig dat het ze veel moeite heeft gekost om een ‘get’, een Joodse scheidbrief, van hun ex-man te krijgen. ‘Als een echtscheidingszaak voor de shariarechtbank komt, is de echtscheiding binnen twee, drie maanden een feit’, reageert rechter Zahalka. ‘Kunnen niet-moslims hier ook een zaak aandragen?’ verzucht een van de vrouwen.

Het bestaan van shariarechtbanken in Israël is een erfenis van het Ottomaanse Rijk, legt Zahalka uit. Zowel de Britten tijdens de Mandaatperiode, als de staat Israël na 1948 hebben het systeem van islamitische rechtbanken in stand gehouden. De bevoegdheid beperkt zich tot kwesties als echtscheiding, alimentatie, huiselijk geweld en disputen over erfenissen. De juridische uitspraken van de kadi’s zijn bindend.

Het systeem functioneert naar behoren en voldoet aan de wensen van de bevolking, vervolgt kadi Zahalka. Moslims mogen zelf kiezen of ze een zaak aanbrengen bij een reguliere rechtbank of een shariarechtbank. De laatste optie is favoriet. Jaarlijks wordt zo’n 80 procent van de juridische kwesties die spelen onder de islamitische inwoners van de staat Israël behandeld in de shariarechtbanken. Dit komt volgens Zahalka omdat de rechtspraak in lijn is met de religieuze overtuiging van aanklagers en beklaagden. Verder werken de shariarechtbanken volgens hem uiterst efficiënt en kan de rechtszaak gevoerd worden in het Arabisch.

Israël; een Joodse staat? Inderdaad, tegelijkertijd onderstreept het bestaan van een fenomeen als shariarechtbanken dat het land veelkleuriger is dan vaak wordt gedacht. Op het terrein van de erkenning van juridische rechten van religieuze minderheden blijkt Israël op sommige terreinen zowaar een voorloper te zijn. De beeldvorming in de (westerse) media is vaak anders.