Een internationale verhuizing is letterlijk een grensverleggende ervaring. Het doet iets met je. Wij wonen inmiddels zo’n drie en half jaar in Jeruzalem. Inmiddels kennen we Israël voldoende om Nederland en Israël wat te vergelijken. Houd u vast!

Afgelopen zomer brachten we – voor het eerst sinds twee jaar – als gezin een aantal weken door in Nederland. Zeker voor onze jongste kinderen was het een ‘wereldervaring’. Dat begon toen we arriveerden op Schiphol. ‘Mama, ze praten hier allemaal Nederlands.’ En ook de observatie van onze vijfjarige zoon bij aankomst op station Kampen-Zuid was treffend: ‘Het ruikt hier naar koeien.’ (Sorry Kampenaren…)

Wat voor de ouderen uit ons gezin vertrouwd klinkt (en ruikt), was voor de twee jongsten bepaald niet ‘normaal’. Hoewel ze goed weten dat ze Nederlander zijn, is Nederland voor hen vooral een vakantieland. Het gebed dat een van onze kinderen bad toen we na het verlof weer waren teruggekeerd in Israël spreekt boekdelen: ‘Dank U wel Heere dat we weer in ons land zijn.’

Ondertussen geldt voor ons ‘ouderen’ dat Nederland nog steeds erg vertrouwd voelt. De menselijke geest slaagt erin om twee onderbroken tijdsperioden als het ware aan elkaar te knopen, zodat het lijkt alsof je niet weg bent geweest. Zo merkte ik al fietsend – lang leve de Nederlandse fietspaden! – dat zelfs de hobbels en kuilen in het wegdek nog door mijn ‘systeem’ werden herkend.

Er zijn dingen die je in Nederland des te meer gaat waarderen als je er een tijdje niet bent geweest. Zo bewonder ik het winkelpersoneel in Nederland. Het is in de winkel vriendelijkheid te over. Je wordt niet alleen begroet wanneer je arriveert bij de kassa, maar krijgt zelfs bij vertrek nog een groet mee. In Israël krijg je regelmatig de indruk dat winkelpersoneel het liefst wil dat je niets koopt en nooit meer terugkomt.

En neem het Nederlandse landschap. Wat is het overal oogstrelend groen. En dan die aangeharkte tuintjes, de helderwitte strepen op het asfalt en het voorspelbare en beheerste rijgedrag. Het grootste probleem dat je in Israël met je auto kan overkomen, is als je claxon het niet doet…

En toch, al het goede en vertrouwde in Nederland ten spijt, voelde ik me soms ook een beetje een vreemdeling. Een vreemdeling in eigen land.

Ik heb lang zitten nadenken waardoor dat gevoel veroorzaakt zou kunnen zijn. Immers, voor menig Israëli is Nederland het paradijs op aarde. En ik begrijp ook waarom.

Toch miste ik afgelopen zomer in dat paradijs iets. Wat ik bijvoorbeeld miste? Ik miste de gedeukte auto’s, ik miste mijn orthodoxe buurvrouw op haar felgekleurde sportschoenen en ik miste de spontane ‘hug’ van vrienden uit de kerkelijke gemeente.

Ik kan natuurlijk proberen om deze drie voorbeelden uitvoerig te analyseren en op formule te brengen. Dat lukt me echter (nog) niet. Daarom houd ik het dicht bij mezelf. Waarom mis ik uitgerekend deze drie dingen?

Ik heb in Israël de nuchterheid, autonomie en spontaniteit van het leven leren waarderen. Hoezo is het vervelend dat er een deuk of kras in de auto zit? Het is toch gewoon een gebruiksvoorwerp? Hoezo trek je geen comfortabele sportschoenen aan onder je chique jurk? Je bepaalt toch zelf wat je aantrekt!? Hoezo geef je iemand alleen een hand? Laat gewoon je hart spreken!

Hoe óns leven er in Israel uitziet? Wij zijn overduidelijk grensgangers. We hebben goede ervaringen met de Nederlandse rust, reinheid en regelmaat. En ook de stevige deuk in onze auto – had ik mijn claxon maar gebruikt! – heb ik toch maar laten repareren.

We genieten ondertussen niet minder van het informele, flexibele en spontane dat Israël ons ‘leert’. De hug en de sportschoenen; ze zitten inmiddels diep in ons systeem.

Wonen in het buitenland – je wordt er een rijker mens door.