Grafkerk
Protestantse pelgrims zijn niet zo van heilige plaatsen. ‘Wat is er nou zo bijzonder aan de Grafkerk?’ We ontnemen onszelf echter veel als we uitgerekend op die plaats niet stil willen staan. Natuurlijk gaan Nederlandse christenen graag naar Israël. Dat is immers het land van Jezus. ‘Daar moet je zijn geweest’, klinkt het dan. Het toenemend aantal toeristen uit Nederland lijkt dit te bevestigen.
Als je dezelfde pelgrims vervolgens aantreft in het heilige land, hoor je het nogal eens: ‘Waarom staan er op al die Bijbelse plaatsen kitscherige kerken? Je kunt geen plek bezoeken of er staat wel een kerk of kapel.’
Als je tenslotte inzoomt op dé plek waar historisch gezien het hart van het christendom het hardst klopt, de Heilige Grafkerk in Jeruzalem, is er nauwelijks meer een protestantse Nederlander te zien. Of toch wel; hier en daar schuifelt er een groepje verdwaasd rond. Binnen een mum van tijd staan ze echter weer buiten. Frisse lucht; op naar de overdekte markt!
‘Wat is er nou zo bijzonder aan de Grafkerk?’ Ik begrijp de vraag. Een bezoekje aan de Grafkerk confronteert met vormen van christelijke spiritualiteit die in de Lage Landen nauwelijks voorkomen. Bovendien doet het afbreuk aan onze westers-religieuze ideeën over Golgotha en het graf.
Het begint al bij binnenkomst van de Grafkerk. Vol toewijding -niet zelden rollen er tranen over de wangen- kussen tal van pelgrims een grote platte steen waarop het lichaam van Jezus zou zijn gebalsemd. Wat moet je daar nu mee?
Even verderop in de kerk dooft het daglicht. De frisse buitenlucht legt het af tegen de wierookdampen. Een lange rij devote pelgrims staat geduldig in de rij om een blik te kunnen werpen in de grafkapel. Als het meezit klinkt er ondertussen ergens in de verte gezang onder orgelbegeleiding; dit laatste kan menig Hollander dan nog wel bekoren.
Na een paar minuten hebben de meeste Nederlandse protestanten het echter wel gezien. De opmerking ligt bij het verlaten van de kerk velen voorin de mond: ‘Ik vond de Graftuin indrukwekkender.’
Alle begrijpelijke gevoelens ten spijt. Mijns inziens is een Israëlreis zonder bezoek aan de Grafkerk incompleet. Ofwel: daar moet je zijn geweest!
Allereerst uiteraard vanwege de historische waarde van de plek. Het is onder deskundigen een vrijwel uitgemaakte zaak dat Golgotha én het graf van Jezus zich bevonden op de plek waar tegenwoordig de Heilige Grafkerk staat. Ofwel, de talrijke pelgrims worden in de Graftuin om de tuin geleid… (Overigens beveel ik een bezoek aan de Graftuin ook zeker aan. Alleen al vanwege de mooie doelstelling van de stichting die de tuin runt).
Een bezoek aan de Heilige Grafkerk is ten tweede goed voor karaktervorming. Ons verblijf in Israël leert me iets over onze Nederlandse volksaard. Iets wat ik wel wist, maar wat ik nu ook (persoonlijk) ervaar. Eigenlijk -en dan zeg ik het heel Nederlands- zijn wij Hollanders nogal direct, hautain (dat klinkt dan weer Frans) en ongemanierd. Als je deze karaktereigenschap mengt met een stevige dosis calvinisme kan het zomaar gebeuren dat de belangrijkste kerk van het christendom opeens een ‘religieuze poppenkast’ heet. Ik hoop altijd maar weer dat de oosters-orthodoxe tranen in de Grafkerk protestantse pelgrims op z’n minst aan het denken zetten.
Natuurlijk wordt de Grafkerk nooit zo vertrouwd als het Wilhelminapark, Hydepark of zo u wilt de Boezemsingel. Maar met bovenstaande in het achterhoofd verandert de kerk hopelijk wel van een bedwelmend, duister gebouw in de plek waar de meest genadevolle wending in de wereldgeschiedenis plaatsvond. Met dat in het achterhoofd valt er wellicht ergens aan de randen van de dag in de kolossale kerk een rustig, donker hoekje te vinden waar verleden en heden in onze ziel bijeenkomen. En inderdaad, daarbij kan wierook prima gemist worden.
Ondertussen voel ik me bevoorrecht dat ik tweemaal door een toegewijde Armeense priester op sleeptouw ben genomen door de kerk. Deuren die normaal vergrendeld zijn, gingen open. Tweeduizend jaar kerkgeschiedenis kwam samen op dé plek uit de heilsgeschiedenis.
In de kelders van het enorme bedehuis zagen we de kloven waartussen al in de eerste eeuwen kluizenaars huisden. Ook fotografeerden we een rots waarop tweede-eeuwse (!) pelgrims hun ‘handtekening’ achterlieten.
Het bezoek aan deze ‘andere’ kerk leidde tenslotte letterlijk tot aan de voet van Golgotha. U begrijpt: er is geen betere plaats denkbaar!
Ik vond het bezoek aan de grafkerk indrukwekkend, maar ook tegelijk een afschuwelijk drukte.
De devotie van vele vond ik bijzonder.
Maar het deed me ook direct denken, aan Jezus die het tempelplein schoonveegde. Ook hier was dat nodig om de eerbied terug te krijgen..